Europese Allianties, 1725 tot 1730
Deze kaart toont de verschuivende allianties in Europa tussen 1725 en 1730, een periode waarin diplomatie en het sluiten van verdragen centraal stonden om de machtsbalans te behouden na de Spaanse Successieoorlog (1701–1714). In 1725 ondertekenden Oostenrijk en Spanje het Verdrag van Wenen, waarmee een alliantie werd gevormd die andere Europese machten verontrustte. Hun samenwerking werd gedreven door gedeelde belangen: Spanje wilde gebieden terugwinnen die verloren waren gegaan in Italië en de Lage Landen, terwijl Oostenrijk hoopte zijn invloed in Midden-Europa en de Middellandse Zee te waarborgen. Als reactie daarop sloten Groot-Brittannië, Frankrijk en Pruisen zich in 1725 samen in de Hannoverse Alliantie (ook bekend als het Verdrag van Hannover), met als doel de ambities van de Habsburgers en Spanje tegen te gaan. De naam van de alliantie kwam van de Britse monarch George I, die ook keurvorst van Hannover was in het Heilige Roomse Rijk. Een jaar later bracht het Verdrag van Berlijn (1726) Pruisen dichter bij Oostenrijk, wat liet zien hoe snel allianties in deze tijd konden verschuiven. Diplomatie was vloeibaar, en veel machten speelden op veilig om isolatie te vermijden. Deze verdragen leidden niet onmiddellijk tot oorlog, maar legden de basis voor voortdurende rivaliteiten gedurende de 18e eeuw, die uiteindelijk de conflicten van de Oorlog van de Poolse Successie (1733–1738) en later de Oorlog van de Oostenrijkse Successie (1740–1748) vormden. Kortom, dit was een tijd waarin kaarten van allianties binnen enkele maanden konden veranderen, wat de fragiele machtsbalans weerspiegelde die het vroegmoderne Europa kenmerkte.
42,73K