Recente economische rapporten hebben een uitdaging gepresenteerd voor de claims van de Trump-administratie over een sterke economie met gecontroleerde inflatie. Op vrijdag daalden de markten, waaronder crypto, met meer dan 3%. Ondanks de kritiek van de administratie op Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell en de verdediging van tarieven, wijzen nieuwe gegevens op een duidelijke vertraging. De werkgelegenheidscijfers kunnen een voorbode zijn van iets veel ergers: massale banenverlies door kunstmatige intelligentie. Het Bureau of Economic Analysis meldde dat een belangrijke maatstaf voor inflatie—persoonlijke consumptie-uitgaven, exclusief voedsel en energie—drie opeenvolgende maanden is gestegen, nu met een jaarlijkse groei van meer dan 3%. Dit is hoger dan het doel van 2% van de Federal Reserve. Bovendien meldde het Bureau of Labor Statistics dat de werkgelegenheidsgroei zwakker is dan eerder werd gedacht. Deze ontwikkelingen hebben de discussie over tarieven aangewakkerd. Terwijl tarieven zijn ontworpen om de prijzen van specifieke importen te verhogen om de binnenlandse productie te stimuleren, is hun bredere economische impact complex. Economen merken op dat tarieven mogelijk kunnen bijdragen aan hogere algehele prijzen door de inflatieverwachtingen te beïnvloeden of door de productieve capaciteit van de economie te verminderen, een toestand die bekend staat als "stagflatie" (minder goederen tegen hogere prijzen). De administratie heeft deze zorgen grotendeels van de hand gewezen en betoogd dat voorspellingen van door tarieven veroorzaakte inflatie onjuist zijn. Echter, de recente gegevens over stijgende prijzen en trager economische groei dagen deze positie uit. Critici van de tarieven beweren dat de langetermijnkosten, zoals verminderde productiviteit, zwaarder wegen dan de kortetermijnvoordelen.
2,1K